300.000 Nederlanders hebben dementie. 15.000 van hen zijn jonger dan 65 jaar. In de gemeente Hulst lijden 640 mensen aan deze ziekte. Dat loopt naar schatting op tot 1100 in 2050. Voor de campagne 'Dementievriendelijk(er) Hulst' delen inwoners van Hulst hun verhaal.
HET VERHAAL VAN LISANNE SEGHERS
haar opa had dementie
dan zijn de rollen omgedraaid. dementie raakt iedereen.
Wat als… Wat als je merkt dat je altijd stoere opa verandert. Dat hij niet meer zoals vroeger heel actief is, maar vaker stilletjes in zijn stoel zit. Dat hij de weg niet meer weet en dat jij degene bent die hem rondrijdt. Dat hij niet meer voor jou zorgt, maar jij voor hem. Dat kaartspelletjes die hij zo graag deed, niet meer op tafel komen. Dat hij je op den duur niet meer kent… Dit is het verhaal van Lisanne Seghers (25) uit Hulst.
Lisanne studeert diergeneeskunde in Utrecht. Als meisje kon ze haar geluk niet op, met de hechte band met haar opa en oma. “Opa stopte zelfs met werken toen ik werd geboren. Dit om samen met oma op te passen op mij en mijn broers, toen mijn ouders aan het werk waren. En echt, opa was áltijd met ons aan het spelen. Hij was politieman van beroep en nam je ineens in de brandweergreep. Of we gingen naar zijn volière in de grote tuin die ze hadden. Dat was zijn passie. Het was zo leuk om samen de vogels te verzorgen.” Ook als tiener bleef de band hecht, vertelt Lisanne. “De spelletjes kwamen vaak op tafel. Levensweg, bingo… Oma won trouwens echt áltijd met bingo. En met de kaartspelen leerden opa en oma ons hun eigen regels. Dat is iets waar ik pas achter kwam toen ik met anderen ging kaarten…”
Lees verder onder de foto
Geleidelijk
“Stukje bij beetje ging hun gezondheid achteruit. Oma had parkinson, opa dementie. Opa’s dementie sloop er geleidelijk in. Het begon heel subtiel. De woordzoekers en puzzels lagen op den duur aan de kant. Hij staarde veel uit het raam. Het was heel moeilijk om hen te zien aftakelen en je te realiseren: ze kunnen niet meer mee. Zachtjesaan zijn de rollen omgedraaid. Hun manier van leven veranderde, ze raakten geïsoleerder. Oma zat in een rolstoel, opa wist de weg niet meer. Ze waren meer dan zestig jaar samen, maar hun ziek zijn maakte het hen moeilijk. Mijn moeder zorgde veel voor hen. Ook op haar leven drukte dat een stempel. Toen studeerde ik net, maar ik probeerde haar in die zorg te ondersteunen. Zodra ik thuis was, ging ik langs. Dat wisten mijn vrienden ook, en het voelde niet als heel bijzonder. Ze waren gewoon begripvol. Het was een tijd waarin ik veel aandacht had voor opa en oma. We gingen vaak op pad. Ik zag niet op tegen de rompslomp die dat met zich meebracht. Het was het gesjouw dubbel en dwars waard. Wafels of pannenkoeken eten deden ze graag. Dan reed ik hen rond in mijn autootje.”
Lees verder onder de foto
Reddeloosheid
“Toen mijn oma twee jaar geleden overleed, ging opa ’s nachts veel uit bed om haar te zoeken. Hij had niet meer door wat er gaande was. Toen heb ik vaak aan hem moeten vertellen dat oma er niet meer was. Voor hem was elke keer dat ik het vertelde, de eerste keer dat hij het hoorde. Dat was zo verdrietig en emotioneel. Soms werd hij ook boos uit onmacht. Die reddeloosheid… Zelf zit je ook met je verdriet om oma, maar je helpt dan het beste door rustig te blijven. En het steeds weer uit te leggen. Er zo goed mogelijk voor hem te zijn. Dat doe je gewoon. Ik merkte: hij voelt mijn waardering ook. Dat is het moment waarop je terug kunt geven wat je altijd zelf hebt ontvangen: liefde en zorg. Dat is wat zo belangrijk is: Als je iemand in je omgeving hebt met dementie, blijf dan moeite doen. Dat verdienen ze. Ook al is het soms lastig, houd dat voor ogen.”
Lees verder onder de foto
“Natuurlijk waren er momenten dat ik even moest slikken. Opa ging kinderlijk gedrag vertonen en dingen doen die hij normaal niet deed. Soms grappig, maar soms ook gênant. Hij was niet meer de stoere opa van vroeger bij wie ik terecht kon met al mijn vragen. Die me de levensles leerde: ‘Je kunt alles, mits je je hoofd er maar toe zet’. Soms dacht ik echt: doe nou eens even gewoon. Toen er geen rem meer op zat en hij in de supermarkt een ongepaste hoorbare opmerking plaatste over een dikkere mevrouw. Of die keer dat we samen een visje gingen eten. Mensen keken vreemd op. Ze bedachten niet dat het niet kwaad bedoeld was, en dat er misschien meer speelde. Dat iemand dementerend kan zijn, maar nog heel erg geniet van een uitstapje. Je kunt zoveel beter reageren. Wanneer iemand ineens zijn pincode is vergeten, of de weg kwijt is. Als je dan steeds bedenkt: ‘Hoe kan ik helpen, hoe kan ik iemand in zijn waarde laten?’, dan help je enorm.”
Lees verder onder de foto
Grote glimlach
Lisanne’s opa is vorig najaar overleden, na een kort ziekbed. Ze vertelt: “Ergens ben ik dankbaar voor die korte periode van ziekte. Oma heeft veel langer geleden. Opa kon nog zo genieten van kleine dingen, een wandeling of een uitstapje. Het ging mij erom dat hij altijd blij was om me te zien. Had hij het naar z’n zin? Dan ik ook! Hoewel hij me niet meer bij naam kende, wist hij ergens wel dat ik een bekende van hem was. De laatste keer noemde hij allemaal mannennamen. Maar hij wilde me niet beledigen, dus maakte hij er een grapje van. We lachten er samen om, maar van binnen was ik erg verdrietig. Op dat moment drong het tot me door wat dementie doet. Zijn grote glimlach zal ik me altijd herinneren." [studio Artep | Artext]